GALVESTON IX - BELETTERING

Hier ziet u ze liggen.

Letters die straks fier zullen zijn dat ze een naam vormen.

Destijds meer dan een naam; een begrip.

Zie ze liggen te popelen.

Zo zien er koeien van letters uit voor ze voor weer meer dan een eeuw mogen zeggen wie ze zijn.

STEDELIJKE VERDICHTING XXV - HELSINKI

Overal ter wereld horen stedelijke centra druk bezocht te worden.

Onze stedelijke cultuur wil dat zo.

Handel en wandel, het klikt tussen die twee in onze steden.

We hebben het ook graag zo.

Van handel en wandel komt
eten en drinken,
kijken en luisteren,
zingen en dansen.

Daar maken we dan gebouwen voor, en daartussen wachten straten en pleinen.

Die zien we graag gevuld met mensen, liefs veel mensen.
Anders lijken onze centra doods.

In het centrum moet het bewegen.
De drukte moet voelbaar zijn.

In Helsinki, midden in het centrum, aan de Narrinka square, ligt / staat een houten constructie alles en niets te zijn.

Het is geen kerk, een kapel voor wie het wil, maar bovenal een ontmoetingsruimte die er net geen wil zijn.

In deze ruimte ontmoet je stilte, ontmoet je rust.

Ik had niet het gevoel dat Finnen overlopen van religie en de daarbij horende rituelen zoals in het katholieke zuiden.
Het zijn protestanten met een diep religieuze overtuiging.

Het zegt veel over de waarde die ze hier aan hechten als midden in het commerciële hart van de stad een kapel gebouwd wordt, enkel om er rust en stilte te vinden.

Bidden mag, maar je ziet er vooral mensen die er even uit willen zijn.

De architecten K2S ARCHITECTS hebben dit schitterend begrepen.

Langs buiten, een vorm die je niet vatten kan, waar geen begin noch einde aan is, geen voorzijde en geen achterzijde.

Binnen is het echt een cocoon, een lichtkuip, een schelp die geborgenheid biedt, die bergt, die afschermt, een veilig gevoel geeft.

En dan het licht, dat zo mild van boven naar beneden valt en de geest streelt en vergeeft.

Een stille belofte die zo beminnelijk over je uitgegoten wordt.

Wie daarenboven de niet zichtbare constructie voelt, ervaart deze als een opgespannen kracht die ten dienste staat van veiligheid en bescherming. 

Deze combinaties kom je niet zo vaak tegen.

En zeggen dat de initiatiefnemers voor dit gebouw geen religieuze instelling is maar als idee ontstaan is binnen de stedelijke administratie van de stad Helsinki zelf.

Ik zou graag die mensen eens ontmoeten die dit idee gehad hebben en het wisten door te drukken.


TROMPE L'OEIL XVII - VRT

Zo zag de maquette van het winnende ontwerp voor het nieuwe VRT-gebouw er uit.

Vooraan de kop, dan de hals en daarachter het lichaam.

Zo verduidelijkten de ontwerpers het.
De ontwerpers, dat zijn in hoofdzaak Johannes Robbrecht - de opvolger binnen het bureau Robbrecht & Daem - en Alexander Dierendonck,  diens goede vriend en zijn vrouw Isabelle als medeauteurs.

Het ontwerp heeft, bij de indiening van de aanvraag stedenbouwkundige vergunning, wat wijzigingen ondergaan.

Dat is redelijk normaal. Bij het tegendeel zou je pas ongerust moeten worden.

Het gebouw onderscheidt zich van het ontwerp van het RTBF-gebouw dat het drie duidelijke volumes heeft met centraal een overdekte patio where things can happen. Zoals onder de stadshal in Gent, ook van Robbrecht & Daem.

Met dit verschil: er is een opening in het dak gemaakt waardoor je rechtstreeks zicht hebt op de redactie.

Opvallend, bij het RTBF-gebouw - dat zeer gesloten is - zal je vanuit de inkomhal, schuin naar boven, ook zicht hebben op de redactieruimte.

Blijkbaar zijn beide ontwerpers gefascineerd door datgene waar de twee instellingen voor staan: de betrouwbaarheid van de vierde macht. En dat mag een prominente plaats innemen; zelfs het publiek - de burger - mag er zicht op hebben, eens hij de security gepasseerd is.

Niet meer dan een romantische gedachte, onbewust overgenomen uit All the Presidents Men, een film over de zoektocht van de twee journalisten naar de waarheid achter het Watergateschandaal rond president Nixon. Een groot deel van deze film speelt zich af in het redactielokaal van de New-York-Times.

In Kopenhagen ligt het accent van het DR-gebouw op niets.

Of toch.

Het zijn vier kubussen die aan elkaar gelinkt zijn door één brede ciculatiehal.

Over de middag staan daar eetkraampjes en foodies en ik zag er veel medewerkers die tijdens de lunch heel veel met elkaar uitwisselden. Het is dan ook niet toevallig die zender die ons al die spannende en intelligente reeksen verkoopt. Het betere CANVAS-werk.

Ik hoop dat ze in beide gebouwen afstappen - nu het nog tijd is - van afzonderlijke refters, maar zich laten inspireren door deze hal die meer is dan een verbindingsweg; het is een communicatie- en uitwissselingsplatform met licht culinaire faciliteiten.

Meer is soms niet nodig om van een goed, een grootser bedrijf te maken.

Ik denk niet dat de democratie in Denemarken aangetast is, omdat ik als bezoeker geen zicht had op de redactieruimtes van haar openbare omroep.

VLAAMS SPANT

Teken een Vlaams spant.

Het was een examenvraag constructie in het eerste jaar architectuuropleiding.

Ik zat gelukkig in de groep van de voormiddag.
In de namiddag moesten die met wiens familienaam begon met een A tot K, een Hollands spant tekenen en dat kon ik minder goed.

Maar een Vlaams spant kon ik redelijk behoorlijk neerzetten, tenminste, gemeten aan het aantal punten dat ik voor dat examen kreeg.

Ondertussen heb ik geleerd dat er niet één Vlaams spant bestaat, maar een hele reeks varianten, ontsproten in het waarschijnlijk nachtelijke brein van creatieve timmermannen.
Zeg nooit meer timmerlui.

Zoals hier ergens in Schepdael.

Een Schepdael's spant.


Had ik zeker niet kunnen tekenen op het examen.

Het is met pijn in het hart dat we het spant een beetje gaan bijspijkeren.
Dat komt omdat die zolders vroeger nooit erg nuttig gebruikt werden.
Een dak was nooit meer dan een stevige paraplu over het gelijkvloers of verdieping.

Nu willen we er meer uithalen.

Dan zit zo'n spant, gemaakt door een timmerman die niet wist hoe een echt Vlaams spant te maken, lelijk in de weg.

STEDELIJKE VERDICHTING XXIV - GENT ZUID

Over Gent zuid is al veel inkt gevloeid.
Voor al wat daar mis gegaan is.

Vooral de architectuur krijgt het zwaar te verduren.

Van de drie gebouwen die er staan kan bij de liefhebbers alleen het voormalige Propagandacentrum - de oude BIB -  genade vinden.

Bompa Bontinck kon er wat van, zeggen de critici dan.
Zoon Bontinck heeft het verknoeid, aldus dezelfde critici.

Daar is iets van.
Zeker als je postmodernistische gevel bekijkt met zijn gesloten gevelwand voor het plein.
Moet je zien: enkel gesloten ramen, wat billboards en een paar terrassen waar het nooit gezellig zitten wordt.

Wat is daar mis gelopen ?

Volgens mij zit de stedenbouwkundige aanpak er voor een groot stuk tussen.

Een oude foto van het voormalige Zuidstation zegt genoeg.

Het gaat niet over de schaal of de hoogte van de gebouwen; wel over de afstand tussen die twee.

Ook over die rij bomen ertussen.
 
Meer moest dat blijkbaar niet zijn.

Kijk eens goed naar de voorbouwlijn van het station.


Die loopt gelijk met de rechter gevelrij van de zuidstationstraat.


Dit onderstreept nog eens mijn stelling: stedenbouw is belangrijker dan architectuur.


Sommige pleinen maakt men gewoon veel te groot.

Maar die eerste foute inplanting, tja, die was er wel al onder bompa Bontinck.



TROMPE L'OEIL XVI - ZWAARDBOOT

Wat u hier ziet is de romp van een zwaardboot van de 420-klasse.
Een populaire jeugdzeilboot die net 420 cm lang is.

Oorspronkelijk was de romp azuurblauw maar op verzoek van de plaatselijke dienst monumentenzorg kreeg die boot een kleur die zweeft tussen olijfgroen en kaki.

Dat die boot nu dienst doet als een straattuin op een transparante sokkel mag verwonderlijk heten.

Hij rust op openbaar domein en dan nog in een begijnhof dat er fier op gaat dat het behoort tot Wereld Unesco Erfgoed.

Ik denk dat het al lang geleden is dat er nog een deskundige Unesco-afvaardiging naar dit begijnhof afgezakt is.


GALVESTON VIII - LICHT

Staand op een ladder; de zettingsvoegen die genaaid worden inspecteren.

Tot de opgespaarde lichtstralen zich niet meer kunnen inhouden.

Zoiets maakt mijn dag goed.
Van s' morgens vroeg al.

Op zulke momenten zijn er maar weinig beroepen waarmee ik zou willen ruilen.

STEDELIJKE VERDICHTING XXIII - DE STRAATPLINT

Dit appartementsblok staat er al een paar jaren.

Aantrekkelijk heb ik dit soort architectuur nooit gevonden maar daar gaat het mij niet om.
Sorry, niets aan te doen.
Sommige architecten zullen het nooit kunnen.

Het gaat mij om de sokkel en de aansluiting met de straat.

Nu het rijvlak her aangelegd is, valt het nog moeilijker te verteren.

Jan Gehl en anderen zijn daar intens mee bezig. Zoals Koen Vande Sompele en The City at Eye-level.

Architectuur moet aansluiten met wat jouw verwachtingspatroon op oog-niveau is.
Hij noemt het de straatplint.

Hier is niets aantrekkelijks om langs het gebouw te lopen.
Niets nodigt je uit.

Als het al de bedoeling was om af te stoten, dan is de architect daar goed in geslaagd. 


Maar mag je dan op deze plek bouwen ?
Op de kop van een park ?
Langs een belangrijke fiets- en wandel-as ?

TROMPE L'OEIL XV - ARCHITECTUUR ZONDER ARCHITECTEN

Meestal zijn die achter- en bijgebouwen een ongeïnspireerd samenraapsel van bouwelementen waarvan u en mij de meerwaarde ontgaat.

Niet zo met de bouwheer, meestal doe-het-zelver.

Het is iets typisch van bij ons, zoals het ook typisch iets is van andere landen en regio's.

Maar af en toe zie je er eentje waarvan je zegt: hier volgt de vorm de functie en is toch iets merkwaardigs ontstaan.

Ik kan het zelf - zonder enig cynisme - architectuur noemen.

GALVESTON VII - MERKWAARDIGE STENEN

Ik heb al veel gevelstenen gezien in mijn leven.

Minder dan metsers natuurlijk, maar toch.

Deze steen viel mij op.
Nog nooit gezien.

Lijkt een machinale inkerving, voor de steen in de oven ging.

Op het legvlak zou ik zoiets kunnen begrijpen.
Maar op de strek ?

Machinaal wil zeggen: dit is bewust gewild en zo moeten er ook meer zijn.

Kan iemand mij zeggen wat we hier zien ?
Waarom dit gedaan werd ?
Door welk baksteenbedrijf ?

Vragen genoeg en als u het antwoord niet weet, wil u deze dan forwarden tot wanneer we het echt weten.

Het gaat hier tenslotte om één steen tussen naar schatting 172.863 stenen.
In een beschermd monument.

Ik hou u op de hoogte.


STEDELIJKE VERDICHTING XXII - LISABON PLACA-DO-COMMERCO


Lisabon's grootste plein ligt tussen de drukste winkelstraat en de Taag.

Ooit stond hier een koninklijk paleis maar na een verwoesting door een aardbeving in 1755 dacht men aan een andere stedenbouwkundige invulling.

De gebouwen die het plein vorm geven waren aanvankelijk administratieve overheidsgebouwen.

Later kwam er een hotel en winkels.
Placa - do - Comerco, weet u wel.

Met een monumentale poort naar de betere winkelstraat.

De betere Lisabonners waardig.

In het midden een waardig standbeeld van koning José I.
Met de opkomst van de auto werd het een stedelijke parking.

Auto's mochten toen in een mooi decor wachten op hun baasje.

Ze duwden de voetgangers naar de overdekte galerijen en de winkels floreerden er.

Maar het was geen gezicht.
Het Lisabon's bestuur besliste dat al die auto's maar ondergronds moesten gaan.

Nu is het een vlak aangelegd plein.
Een testzone voor agorafoben.

De winkels hebben ze mogen sluiten.

Niemand loopt nog onder die galerijen.
Er staat veel te huur.

Om er iets of wat leven in te drammen is er een toeristische dienst ingeduwd.
Lisabonners hebben ook hun fierheid.

Het enige dat er werkt zijn de terrassen.

Met het mooie decor als windscherm.
Want het waait er vaak heel hard. En koud.

Maar bovenal voel je het grote lege gat van oever van de Taag. 

Pleinen: ze moeten vooral klein en intiem zijn.

TROMPE L'OEIL XIII - RUZIE MET OPDRACHTGEVER

Hier ziet u het nog eens. Falling Water.
Ik weet het, ik schreef er twee jaar geleden ook al eens over.

Maar in de bib vond ik in een boek deze briefwisseling terug tussen F.L.Wright en zijn opdrachtgever Edgar J.Kaufmann.

Mijn beste E.J., 

- ik stel voor dat ik van nu af aan mijn opdrachtgevers ook met hun initialen aanspreek -

als je wil betalen voor de betoningenieur daar beneden, dan hoeft het niet dat we dat hier ook nog eens doen.

Met hier bedoelt F.L.W. zijn bureau in Taliesin; met daar beneden bedoelt hij de werf.

Ik kan aanvaarden dat jij dit deel overneemt maar ik kan niet aanvaarden dat ik daarbij beledigd word.

Daarom zullen we geen staalstaten meer sturen. Ik ben een dergelijke behandeling niet gewoon bij de gebouwen die ik eerder bouwde en ben ook niet van plan hiermee verder te gaan, daarom roep ik Bob terug tot we iets kunnen uitwerken of net niet.

Ik heb ook gemerkt dat er houding vanuit uw kant werd aangenomen - "wat weet die architect wat ik wil - ik ga in dat huis wonen - hij niet ". Ik heb dit provincialisme al eens gehoord van vrouwen maar nooit eerder van een man. En het is nog steeds niet te laat om een architect te nemen die doet wat u wenst dat er gedaan wordt.

Ik weet niet met welk soort architect u vertrouwd bent maar het is klaarblijkelijk niet het type dat ik denk te zijn. U weet blijkbaar niet hoe u een waardig architect moet behandelen. Ik heb zoveel meer in dit huis gestoken zodat ik van u of van eender welke klant het volste vertrouwen mag krijgen en indien niet - loop naar de pomp met het hele ding.

Geheel de  uwe,

Frank Lloyd Wright, Architect

TALIESIN : SPRING GREEN :WISCONSIN : AUGUST 27th, 1936 

Het velletje - geen voorgedrukt briefpapier - is duidelijk in een kwade bui door FLW zelf getypt op een schrijfmachine die nu ook weer niet van de beste kwaliteit blijkt te zijn en die hij bovendien mismeesterde. U hebt dat vast ook gemerkt.

FLW lijkt behoorlijk pissed of.

De dag later schiet de genaamde Edgard J.Kaufmann in een literaire tegenactie, op briefpapier van de firma en, naar ik vermoed, gedicteerd aan zijn secretaresse.

Hier gaan we.

Beste Meneer Wright,

Als u betaald bent om de betonstudie uit te werken ginderachter, dan is er geen reden om het hier beneden ook te doen. Ik heb niet de intentie het over te nemen.

Als u geen enkele staalstaat meer zendt, wat moet ik dan doen ? Ik ben een dergelijke behandeling niet gewoon, niettegenstaande ik reeds wat gebouwd heb en ik niet van plan ben deze werf op te geven, en dat is de reden waarom ik u vraag naar hier te komen, wat ik eigenlijk wel verwacht had dat u zou doen de laatste weken, om de werken te inspecteren die onder Mr. Hall's directie worden uitgevoerd die voor u een onbekende aannemer is, in plaats van de hele verantwoordelijkheid van de uitvoering op ons te laten rusten. 

Zo, als u naar hier komt kunnen we misschien één en ander uitwerken, of net niet.
Het lijkt er overigens op dat uw attitude aan uw zijde helemaal gewijzigd is - " kan de klant echt weten wat hij wil - Ik bouw het huis, hij niet, en hij zal moeten leven op de manier waarop ik het gepland heb ". 

Het is juist dat we hier in een provinciestadje leven en dat het provincialisme leeft zowel onder de mannen als onder de vrouwen, en dat is precies de  reden waarom ik mijn vertrouwen heb gesteld in een architect die niet zo prikkelbaar was voor dit provincialisme.

Er is ons een bepaalde levenswijze zo eigen wanneer we in Bear Pran zijn, zoals water en slapen onder de blote hemel, maar ik vrees dat de huidige plannen zo onduidelijk zijn hoe ingrijpend het huis zal zijn op ons leven zoals het eveneens ons onduidelijk is hoe het zal gerealiseerd worden.

Ik weet niet met welk soort klanten u vertrouwd bent maar waarschijnlijk zijn ze niet van die soort zoals ik ben. Het ziet er niet naar uit dat u weet hoe u een eerbare klant moet behandelen.

Ik heb zoveel vertrouwen en enthousiasme in dit project gestoken, met alle beperkingen mij eigen, om de realisatie van uw inspanningen vooruit te helpen, dat, als ik uw geloofwaardigheid in deze niet terugvind - loop dan naar de pomp met dit project.

Geheel de uwe,


P.S.  Denkt u niet dat we beter stoppen elkaar brieven te schrijven en dat de omstandigheden het noodzakelijk maken dat u naar Pittsburg komt en alles uitklaart, door op de feiten te komen ? Er moeten zeker redenen geweest zijn waarom u zo bot bent.


Ik vind het jammer dat u Bob van de werf wegstuurt. Hij lijkt volledig verstrikt in deze werf  en de vooruitgang maar daar heb ik geen zicht op en u kan daar beter zelf over oordelen.



Ik kan het moeilijk vatten dat iemand met uw uitstraling en inzicht dergelijke brieven schrijft. In navolging van onze laatste samenwerking ben ik wel verplicht het opzij te schuiven alsof het nooit geschreven was, daar het zeker niet overeenkomt met de feiten.

Op het eerste gezicht bedient Kaufmann zich met dezelfde smerige zinsneden en uitspraken als zijn architect, alleen, hij keert de zinnen netjes om.

Op het einde van de brief staan ze allebei nergens.

Maar in het P.S. toont Kaufmann zich een groot diplomaat en zet hij zijn voordeur wagenwijd open zodat F.L.Wright met opgegeven hoofd terug kan binnenkomen.

Het is niet iedereen gegeven.

Waar ging het eigenlijk om ?

Volgens de zoon van Edgard Kaufmann, die één van de discipelen was van Wright's Taliesin-campus, waren ze net aan de bekisting van het eerste balkon begonnen.
Kaufmann sr. had niet al te veel vertrouwen in de stabiliteitsberekeningen van F.L.W. en had er zijn eigen ingenieur op afgestuurd die tot de conclusie kwam dat er dubbel zoveel staal in moest dan voorzien was.

Natuurlijk dat Bob niet meer goed wist naar wie hij moest luisteren.

Volgens Kaufmann jr. is het min of meer goedgekomen tussen F.L.W. en E.J.K.; F.L.W. kwam dan toch om de vijf à zes weken naar de werf.

Voor Kaufmann was heel het project al financieel uit de hand aan het lopen.

Niet dat hij het zich niet kon veroorloven maar op die locatie bezaten ze aanvankelijk een zeer eenvoudige vakantiehut, waar ze op een redelijk primitieve manier hun vakanties doorbrachten.

Het was initieel nooit de bedoeling geweest om er een dergelijk comfortabel en luxueus buitenverblijf van te maken.

Achteraf hebben de Kaufmanns wel beseft dat ze bijgedragen hebben tot het neerzetten van een unicum in architectuurgeschiedenis.


PROJECT VEERGREP II

Af  en toe ontstaan er op werven tijdelijke sculpturen.

Zoals hier; bekistingsmateriaal voor onderschoeiingen, waarbij u de kruin van Gazzi nog net erboven ziet uitsteken.
Gazzi is niet echt groot.
Dat is meegenomen als hij in die kleine graafputten moet kruipen om die bekistingen te plaatsen.

Op de achtergrond ziet u wat ik reeds eerder mocht realiseren.

En rechts de luifel van een waterpaviljoen.

Wat het wordt kan je hier zien.


STEDELIJKE VERDICHTING XXI - ALDI

Ik ben naar de Aldi geweest.
Twee keren zelf.
Naar een kleine en een grote Aldi.
Ze waren allebei toevallig gesloten maar daar ging het mij niet om.

Boven die nieuwbouw Aldi's was er ook een bouwlaag met woningen.

Op de kleine een zes-tal.
Op de grootste twaalf units. Verstandig ingepland en toegankelijk gemaakt.

Een goed idee.



In heel veel steden (Antwerpen, Gent, Brugge en andere) bestaat er een verplichting om in de centra te wonen boven winkels, naar aanleiding van een verbouwing die aan het winkelpand gepland wordt.

Soms lukt dat, maar soms is dat haast een onmogelijke opgave.

Waarom: omdat ooit één of andere stedenbouwkundige socioloog of sociologische stedenbouwkundige geponeerd heeft dat er veel meer sociale controle is in de kernen van onze steden als er ook boven de winkels wordt gewoond.

Iedereen die met het beleid bezig is, gelooft deze simplistische stellingen kritiekloos.

Alsof daardoor 's nachts, het er net zo veilig wordt dan een gewone woonstraat.
Bent u of uw buren 's nachts al tussengekomen als er gemoord werd in die straat waar u woont ?

Het zou een stedenbouwkundige verplichting moeten zijn om boven alle Delhaizes, Colruyts, Lidl's , Aldi's en andere warenhuizen minstens één woonlaag te voorzien.

Niet omwille van die over het paard getilde sociologische stelling, maar omdat grond schaars wordt en we spaarzaam met de ruimte moeten omgaan.

Daarom.