STATION - III

U herinnert zich misschien de eindgeneriek van WITSE.

Daar vloog een bemande drone over het stationsplein en dan zag u een nachtopname van wat het meest fascinerende hedendaagse gebouw van Halle zou moeten zijn.

Vanop het perron ziet u dat fascinerend zijn, een relatief begrip is.

De zijwanden van de perrons zijn de zeer ruw en brutaal achtergelaten secanspalen, en als je dan via de donkere tunnel bovenkomt - hopelijk werkt de traplift - , sta je onder die blauwe stalen winkel.

De stadshal van Gent is gelukkig van een heel andere factuur.

Ik kan mij inbeelden dat de INFRABEL-ontwerpers van deze schildpad hun vingers afgelikt hebben, maar fris oogt anders.

Teveel buizen, teveel blauw en een schaal die niet echt reizigersvriendelijk is.

Het spektakel herbergt een PANOS, wat sanitair, een wachtplaats en een ticketbalie.

Hoe ze daar over het comfort van de wachtende reiziger op het perron denken, ziet u aan die bruine barrak.

Het station van Jette daarentegen ligt mij wel.

Luchtig, licht, wit, fris, sober en net wat je als wachtende nodig hebt.
Een station moet niet meer zijn  dan een plek waar je op een aangename manier wacht op een min of meer stipte trein.

In Jette is het leuk dat je langs één zijde rechtstreeks zicht hebt op het stationsplein en deelt in het stadsleven. Langs de andere zijde verbergt het oude stationsgebouw het zicht op een ander plein dat meer een park is.

Van mij mogen ze dat oude stationsgebouw afbreken.

De omgeving en de integratie van het station met het stadsleven zal er wel bij varen.

Het enige wat de mannen en vrouwen van INFRABEL nog eens moeten bekijken is de hoogte van de luifels.

Als het regent bieden die toch maar weinig beschutting. Vijf meter vrije hoogte vind ik in dit geval wat veel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten